Vroeger hadden mijn Pake en Beppe hun eigen gebaren en communicatiemiddelen. Mijn Beppe was doof en mijn Pake kon zonder gebaren alles duidelijk maken aan mijn Beppe. Tuurlijk waren er wel wat gebaren, zelf bedacht door mijn Pake. Zoals een stukje worst, een borreltje.
Als kleine jonge zag ik dit en had ook zo mijn eigen gebaar voor snoepje, gewoon met je vinger naar je mond wijzen.
Later toen mijn Pake overleed en ik al wat ouder was, heb ik mij verdiept in de gebarentaal. Een mooie taal, een echte taal. Hierdoor werd de communicatie met mijn Beppe nog mooier. Het is immers haar taal.
Inmiddels is mijn Beppe 20 jaar overleden, maar op de een of andere manier blijft de gebarentaal mijn achtervolgen.
Zo ook met mijn werk, freelance en als zelfstandige. Mijn collega heeft mij een keer als assistent meegevraagd in Gelderhorst te Ede. Een grote woongroep van dove en slechthorende.
Wat was het prettig om met hen te kunnen communiceren. Ik voelde mij thuis. Mijn hart begon sneller te kloppen. Voor, tijdens en na de uitvaart kon ik veel betekenen voor hen: het vertalen, een luisterend oog zijn voor ze.
Dankbaar en met een voldaan gevoel ging ik weer naar huis.
Liefs Martijn
Laat een reactie achter